Financiering

De financieringspositie geeft de financieringsbehoefte van de gemeente aan. We bepalen de financieringsbehoefte door de som van de boekwaarde van activa te verminderen met de aangewende financieringsmiddelen in het eigen vermogen (reserves) en vreemd vermogen (opgenomen leningen en voorzieningen). Eind 2020 gaan we uit van een financieringsoverschot van € 15,6 mln.

Onderstaand de tabel met de financieringspositie (x € 1.000)

Bovenstaande berekening is een momentopname. De feitelijke omvang van het financieringssaldo is onder meer afhankelijk van het daadwerkelijke verloop van de geplande investeringen en de dagelijkse ontvangsten en betalingen gedurende het jaar. In de loop van een boekjaar wordt duidelijk wat de werkelijke financieringsbehoefte is.

In het volgende overzicht staan de aangegane leningen.

Overzicht aangegane leningen door de gemeente per 31-12-2020 ( x € 1.000,-)

In 2016 is een besluit genomen voor het aantrekken van een vaste geldlening in 2020 van € 20 miljoen. Dit is ter vervanging van een bestaande fixe-lening van € 20 miljoen. De stortingsdatum van deze lening is medio augustus 2020. De looptijd is 20 jaar en het rentepercentage is 1,924.

De gemeente heeft uitsluitend uit hoofde van de publieke taak een beperkt aantal leningen verstrekt. Eind 2020 gaat het om de onderstaande leningen:

De doelstelling van het kasbeheer is het zoveel mogelijk beperken van de dagelijkse kasoverschotten en/of kastekorten met inachtneming van het minimaliseren van de rentekosten en het maximaliseren van de rentebaten van de saldi op de diverse gemeentelijke rekeningen.

Het betalingsverkeer vond hoofdzakelijk plaats via de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG). Dit gebeurt op basis van de Financieringsovereenkomst voor een krediet- en depotarrangement en elektronisch betalingsverkeer. Op basis hiervan kunnen we als gemeente beschikken over een direct opneembaar krediet tot een bedrag van € 7 mln via de rekening courant. Het percentage dat voor roodstand wordt berekend bedraagt het Euribor tarief + een opslag van 0,25%. De bij de BNG aangehouden rekeningen (hoofdrekening, belastingrekening, A.B.W. rekening en bevolkingsrekening) worden voor de bepaling van het totaalsaldo automatisch vereffend.

Daarnaast hebben we te maken met het eind 2013 ingevoerde verplichte bankieren bij de schatkist (schatkistbeleggen). Dit verplicht gemeenten om hun overtollige financiën onder te brengen bij het Rijk. Tegelijkertijd hoeft het Rijk minder geld te lenen op de financiële markten waardoor de staatsschuld daalt. Bij schatkistbankieren worden de tegoeden aangehouden in de Nederlandse schatkist. Tot een bepaald bedrag mogen gemeenten hun overtollige financiën wel buiten de schatkist van het Rijk houden. Voor Beuningen bedroeg dit drempelbedrag in 2020 € 453.500,-. Tegoeden boven dit bedrag moeten worden afgestort naar de schatkist.

Naast het betalingsverkeer via de BNG vond er nog beperkt betalingsverkeer plaats via de lokale Rabobank en ING-bank.