Paragrafen

Financiering

Het risicoprofiel bestaat uit de volgende onderdelen:
- Renterisico’s op de vlottende en vaste schuld
- Kredietrisico op de uitgezette middelen
- Koersrisico
- Liquiditeitsrisico
- Debiteurenrisico
- Valutarisico
In de huidige situatie spelen alleen de twee eerstgenoemde risico’s.

Renterisico's

De uitvoering van het financieringsbeleid vindt plaats binnen de kaders van de Wet financiering Decentrale Overheden (Wet FIDO). Om de financieringsrisico’s te beperken zijn in deze wet twee instrumenten opgenomen: de kasgeldlimiet en de renterisiconorm.

Kasgeldlimiet

De kasgeldlimiet moet de negatieve gevolgen van een snelle rentestijging beperken. De limiet bepaalt dat gemeenten hun financieringsbehoefte voor slechts een beperkt bedrag mogen financieren met kort geld (looptijd < 1 jaar). De norm is in de wet gesteld op 8,5% van het begrotingstotaal. De omvang van de kasgeldlimiet voor 2020 is

Kasgeldlimiet

Omvang begroting 2020

65.622

Kasgeldlimiet in procenten van de grondslag

8,50%

Kasgeldlimiet in bedrag

5.578

in € 1.000

We hebben de kasgeldlimiet zo optimaal mogelijk benut vanuit de situatie dat rente van kortlopend geld (bijvoorbeeld daggeld en kasgeld) in 2020 lager was dan de rente op langlopende leningen. De gemiddelde netto vlottende schuld was per kwartaal:

Berekening Kasgeldlimiet

kwartalen 2020

1e

2e

3e

4e

Totaal vlottende schuld

132

0

0

0

Totaal vlottende middelen

15.178

17.980

18.873

17.615

Totaal netto vlottende schuld

-15.046

-17.980

-18.873

-17.615

Toegestane kasgeldlimiet

5.578

5.578

5.578

5.578

Ruimte Kasgeldlimiet

20.624

23.558

24.451

23.193

in € 1.000 (+ = ruimte - = overschrijding)

Het schema geeft aan dat de kasgeldlimiet niet is overschreden.

Renterisiconorm

Een andere norm uit de Wet FIDO is de renterisiconorm. De renterisiconorm bepaalt dat jaarlijks maximaal 20% van het begrotingstotaal onderhevig mag zijn aan renteherziening en herfinanciering. Hiermee is een maximumgrens gesteld aan het renterisico dat een gemeente loopt op de langlopende leningportefeuille. Van renteherziening is sprake als in de leningsovereenkomst is bepaald dat de rente gedurende de looptijd in een bepaald jaar wordt aangepast. Herfinanciering is het aangaan van een nieuwe lening om de oude af te lossen. De renterisiconorm beperkt dus de aflossingen op de bestaande leningenportefeuille.

Op een begrotingstotaal in 2020 van € 65,6 miljoen bedraagt de renterisiconorm voor onze gemeente € 13,1 miljoen. In 2020 is er één langlopende geldlening aangetrokken van ¤ 20 miljoen, teneinde een andere (fixe) lening voor hetzelfde bedrag af te kunnen lossen. Er heeft geen renteherziening plaatsgevonden. Een overzicht van de opgenomen geldleningen staat in bijlage 6.2

Berekening Renterisiconorm

Realisatie

Renterisico op vaste schuld

1a. Renteherziening op vaste schuld o/g

0

1b. Renteherziening op vaste schuld u/g

0

2. Netto renteherziening op vaste schuld (1a - 1b)

0

3a. Nieuw aangetrokken vaste schuld (o/g)

0

3b. Nieuw verstrekte lange leningen (u/g)

0

4. Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a - 3b)

0

5. Betaalde aflossingen

24.382

6. Herfinanciering (laagste van 4 en 5)

0

7. Renterisico op vaste schuld (2 + 6)

0

Renterisiconorm

8. Begrotingstotaal

65.622

9. Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage

20%

10. Renterisiconorm

13.124

Toets Renterisiconorm

10. Renterisiconorm

13.124

7. Renterisico op vaste schuld

0

11. Ruimte(+) / Overschrijding(-) (10 - 7)

13.124

in € 1.000

Schatkistbankieren

Sinds 2014 bestaat de Wet schatkistbankieren. Deze wet schrijft voor dat overtollige middelen dagelijks worden afgeroomd naar een rekening bij de schatkist. Of middelen overtollig zijn hangt af van het drempelbedrag. Het ministerie heeft een drempelbedrag vastgesteld dat op de rekening courant van de eigen bank mag blijven staan. Het drempelbedrag is het maximale bedrag dat een decentrale overheid dagelijks, over een heel kwartaal bezien, buiten de schatkist mag aanhouden. Deze drempel is vastgesteld op 0,75% van het begrotingstotaal.
Voor de gemeente Beuningen houdt dit in dat wanneer het saldo op de rekening courant hoger is dan € 453.500* dit wordt afgeroomd naar de schatkist.
Bij de schatkist kunnen we overtollige middelen eventueel tijdelijk op deposito wegzetten. Decentrale overheden krijgen op de deposito’s een rente vergoed die gelijk is aan de rentes die de Nederlandse staat betaalt op leningen die ze op de markt aangaat. In 2020 is er sprake geweest van overliquiditeit. De gemeente heeft de mogelijkheden voor deposito’s onderzocht maar heeft er geen gebruik van gemaakt.

* Berekend op basis van toen bekende begrotingstotaal van ¤ 60,5 miljoen

Berekening benutting drempelbedrag schatkistbankieren

(1)

Drempelbedrag

Verslagjaar

Drempelbedrag

453,5

Kwartaal 1

Kwartaal 2

Kwartaal 3

Kwartaal 4

(2)

Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen

393

395

394

385

(3a) = (1) > (2)

Ruimte onder het drempelbedrag

61

59

60

68

(3b) = (2) > (1)

Overschrijding van het drempelbedrag

-

-

-

-

(1) Berekening drempelbedrag

Verslagjaar

(4a)

Begrotingstotaal verslagjaar

65.622

(4b)

Het deel van het begrotingstotaal dat kleiner of gelijk is aan € 500 miljoen

65.622

(4c)

Het deel van het begrotingstotaal dat de € 500 miljoen te boven gaat

-

(1) = (4b)*0,0075 + (4c)*0,002 met een minimum van €250.000

Drempelbedrag

453,5

(2) Berekening kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen

Kwartaal 1

Kwartaal 2

Kwartaal 3

Kwartaal 4

(5a)

Som van de per dag buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen (negatieve bedragen tellen als nihil)

35.731

35.921

36.229

35.450

(5b)

Dagen in het kwartaal

91

91

92

92

(2) - (5a) / (5b)

Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen

393

395

394

385

bedragen x € 1.000

Kredietrisico

Kredietrisico’s ontstaan enerzijds door het verstrekken van leningen, anderzijds door het verstrekken van gemeentegaranties. Het treasurystatuut bepaalt dat uitzettingen en garanties alleen tot stand komen als zij een publieke taak dienen. Bij het beoordelen van verzoeken om leningen of garanties gaan we in elk geval na of voor de sector waarin de organisatie werkzaam is een zogenaamd waarborgfonds bestaat. Bij de gemeente Beuningen kan zich een kredietrisico voordoen bij de geldleningen aan NUON, Vitens en een aantal verenigingen. De aan ambtenaren verstrekte geldleningen zijn voorzien van een hypothecaire zekerheid.

Renteschema

Renteschema

Begroting

Rekening

(x € 1.000)

2020

2020

a. De externe rentelasten over de korte en lange financiering +/+

-2.564

-2.619

b. De externe rentebaten over de korte en lange financiering -/-

204

162

Saldo externe rentelasten en rentebaten

-2.360

-2.457

c1. Doorberekende rente aan de grondexploitatie -/-

379

649

c2. Doorberekende rente van projectfinanciering aan taakvelden -/-

605

492

c3. De rentebaat van doorverstrekte leningen +/+

Aan taakvelden toe te rekenen externe rente

984

1.141

d1. Rente over eigen vermogen +/+

0

0

d2. Rente over voorzieningen +/+

0

0

Aan taakvelden toe te rekenen interne rente

0

0

Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente

-1.376

-1.316

e. De werkelijk aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) -/-

1.590

1.183

Omslagrente berekend

3,03%

3,34%

Omslagrente verwerkt in begroting/rekening

3,50%

3,00%

bedragen x € 1.000

Uit bovenstaand schema valt het volgende op te maken:

1. De totale rentelasten over de huidige leningen bedroegen € 2.554.000;
2. Om in 2020 alle uitgaven te kunnen betalen was aan rente kort geld € 65.000 nodig. Dit is inclusief belastingrente i.v.m. naheffingen 2015-2019 btw en bcf gescheiden afvalinzameling;
3. De totale rentebaten bedroegen € 162.000 zodat de netto rentelast € 2.457.000 bedraagt;
4. Een bedrag van € 649.000 is toegerekend aan de grondexploitaties (3,0 % over de boekwaarde ) en de Zandwinning Beuningse Plas (3,5% over de boekwaarde);
5. Een bedrag van € 492.000 wordt als rente projectfinanciering doorbelast naar de taakvelden riolering en afval (annuïtair);
6. De netto rentelast bedraagt € 1.316.000. De boekwaarde van de activa bedraagt € 39.442.000;
7. De omslagrente is  uiteindelijk 3,34 %. In de jaarrekening is aan de taakvelden toegerekend 3,0%;
8. Het renteresultaat bedraagt € 132.000 nadelig (het verschil tussen de 3,34 % en 3,00 %). Dit bedrag komt ten laste van het rekeningresultaat.

Het is een onderdeel van het taakveld treasury.
Meer toelichting over de onderdelen rente en afschrijving is te vinden in het jaarverslag (hoofdstuk 2.7.1.4 Onderdeel Kapitaallasten) en in de jaarrekening (hoofdstuk 4.1.1.9 Onderdeel Kapitaallasten).

Taakveld treasury

Saldo taakveld treasury

Rekening 2020

Renteresultaat

€ 132.000

Ontvangen dividenden

€ -24.000

Kapitaallasten verstrekte leningen/hypotheken

€ 122.000

Overige kosten

€ 5.000

Totaal

€ 235.000

Beleggingen

Dit zijn beleggingen als gevolg van deelnemingen in de vorm van aandelen. Voor 2020 gaat het om deelnemingen in onderstaande partijen. Het aantal aandelen DAR is met 121 gedaald in 2020 door de toetreding van de gemeente Mook en Middelaar.

Beleggingen

Aantal aandelen

Boekwaarde 31-12-2020

Bouwkas Noord Ned. Gemeenten

0,1

Voormalig B.A. Beuningen

0,2

Borgstellingsfonds Maas & Waal

0,3

Leisurelands B.V.

5.148

5,1

Vitens N.V.

24.035

24

BNG B.V.

14.040

30,9

Dar

3.462

275,3

Totaal

8.731

336,1

bedragen x € 1.000

Deze pagina is gebouwd op 07/08/2021 17:40:00 met de export van 07/08/2021 17:19:32