Covid 19-pandemie
Het behoeft geen betoog dat de Covid 19-pandemie een forse impact had op de diverse onderdelen van het programma Jeugd. Zoals al vermeld in paragraaf 2.3.1.2, gold dit voor zowel de inwoners als zorgaanbieders. De inspanning om deze crisis het hoofd te bieden, hebben ertoe geleid dat in 2020 niet alle onderwerpen uit programma 2 de aandacht kregen die oorspronkelijk bij het opstellen van de begroting 2020 beoogd was. De nodige aandacht is besteed aan de vraag hoe de schadelijke gevolgen van de coronacrisis voor kinderen, jongeren en hun ouders met een ondersteuningsbehoefte zo veel mogelijk beperkt konden worden.
De inzet binnen programma 2 heeft zich gericht op diverse onderdelen. Allereerst was de inspanning erop gericht om de dienstverlening - binnen de geldende RIVM-maatregelen - zo optimaal mogelijk gestalte te laten krijgen, bijvoorbeeld via digitale mogelijkheden. Wel geven professionals aan dat een digitale variant weliswaar laagdrempelig contact mogelijk maakt, maar dat het niet in alle gevallen een adequate vervanging is voor gespecialiseerde ondersteuning. Dit heeft er in de praktijk toe geleid dat in sommige gevallen ervoor gekozen is om een bestaande indicatie te verlengen, terwijl in een situatie zonder corona misschien naar een afschaling in intensiteit toegewerkt zou zijn. De onzekerheid voor cliënten als gevolg van de coronacrisis heeft soms tot die afweging geleid.
Door de regelingen voor zorgaanbieders is de zorgcontinuïteit gecontinueerd. Zo is er een regeling aangeboden die het mogelijk maakt om ondersteuning anders vorm te geven. Ook konden aanbieders declareren voor niet-geleverde ondersteuning en met deze maatregelen hebben we de aanbevelingen van het Rijk en de VNG opgevolgd. Voor pgb-houders is eveneens een regeling aangeboden, al is daar nauwelijks tot geen gebruik van gemaakt.
Toekomst Sociaal Domein
In oktober 2020 hebben we de voortgangsnotitie Sociaal Domein besproken. Een van de conclusies was dat door diverse omstandigheden, zowel maatschappelijk als qua wet- en regelgeving - het beroep op maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp toeneemt met de bijbehorende financiële implicaties. Als uitvloeisel van deze bespreking hebben we in de laatste maanden van 2020 een bespreking van het onderwerp 'Toekomst Sociaal Domein' in de gemeenteraad voorbereid. Daartoe hebben we bijvoorbeeld de monitor Sociaal Domein aangepast en uitgebreid om meer zicht te krijgen op het aandeel van zowel het Sociaal Team als de overige verwijzers binnen het totaal aan uitgaven en aantal indicaties jeugdhulp. Eveneens zijn we gestart met een aanvullende inventarisatie en analyse hoe de kosten zich over de afgelopen jaren hebben ontwikkeld en welke inhoudelijke oorzaken daaraan ten grondslag liggen. Dit traject strekt zich uit tot in 2021 en dient uiteindelijk tot een raadsvoorstel te leiden waarin we keuzes maken over de koers binnen het Sociaal Domein.
Taakstellend inverdieneffect Sociaal Team
Voor het Sociaal Team is extra budget beschikbaar gesteld, zodat het team meer preventieve activiteiten kan verrichten en kortdurende ondersteuning kan leveren. Daarbij is de insteek dat zij minder trajecten voor individuele begeleiding uitzetten bij de zorgaanbieders. Ervaringen in 2019 lieten zien dat we dit effect (nog) niet cijfermatig konden aantonen. Al langere tijd zien we een toename in intensiteit van ondersteuningsvragen en het aantal aanvragen. Wat we ook zien, is dat we door het zelf bieden van kortdurende ondersteuning beter kunnen inschatten welke geïndiceerde zorg aansluitend nodig is. Dit betekent een efficiëntere inzet van maatwerkvoorzieningen.
In de praktijk is het inzetten van preventieve en kortdurende ondersteuning door het Sociaal Team goed ingezet. De insteek was echter dat hierdoor minder trajecten voor individuele begeleiding uitgezet zouden worden bij de zorgaanbieders. Gemeten over 2019 eindigde 20,2% van de meldingen bij het Sociaal Team niet in een maatwerkvoorziening. Eind 2020 lag dit percentage op 26,4%. Hoewel de inzet van het Sociaal Team niet de enige oorzaak hiervan is, laat dit wel zien dat de extra inzet van het Sociaal Team op dit vlak zijn vruchten afwerpt.
Tegelijkertijd moet rekening gehouden worden met het feit dat het Sociaal Team weliswaar meer kortdurende trajecten zelf verleend heeft, maar tegelijkertijd is er sprake van een toename in het aantal meldingen. Daar komt bij dat het Sociaal Team meer heeft geïnvesteerd in het onderhouden van contacten met netwerkpartners, zoals huisartsen en scholen.
In 2021 volgt een memo met een update van het inverdieneffect.