- Versterking Sociaal Team en netwerksamenwerking
Hieronder geven we puntsgewijs aan wat we in 2020 hebben bereikt in de versterking van het Sociaal Team en de samenwerking met onze netwerkpartners. Daarbij nemen we ook de onderwerpen van programma 3. (Maatschappelijke Ontwikkeling) m.b.t. het Sociaal Team mee. Dit omdat deze thema’s voornamelijk betrekking hebben op jeugd, en het qua indeling dus logischer is dit onder programma 2 te benoemen.
- Werken vanuit netwerkbenadering
We werkten ook in 2020 als een netwerk waarin partijen elkaar kennen en snel weten te vinden. Het Sociaal Team is vindbaar en onderhoudt veel contacten. Denk hierbij aan bijvoorbeeld samenwerking met jongerenwerk, Perspectief, GGD en IB-ers van scholen. Het Sociaal Team is tevens ingezet op individuele- en groepscasuïstiek op het snijvlak van zorg en openbare orde/veiligheid. We proberen door vroegsignalering en de juiste aanpak te voorkomen dat kinderen in duurdere zorg terechtkomen. Als gemeente schenken we veel aandacht aan het gesprek met onze inwoners. Dat is ook de basis op onze werkvloer.
- Voortzetten netwerkbijeenkomsten
We wilden in 2020 de bijeenkomsten voor onze netwerkpartners voortzetten. Door Corona waren de fysieke bijeenkomsten echter grotendeels niet mogelijk. Er heeft in 2020 helaas slechts één netwerklunch plaats kunnen vinden. De maatregelen stonden het gedurende de laatste drie kwartalen van 2020 niet toe om met grote groepen mensen bijeen te komen. In plaats daarvan hebben we de frequentie van onze informatiemail verhoogd. Met deze mail bereiken we steeds ruim 500 mensen die werkzaam zijn bij één van onze netwerkpartners.
- Meer kortdurende ondersteuning door Sociaal Team
In 2020 heeft het Sociaal Team meer preventieve en kortdurende ondersteuning geleverd. De insteek was dat hierdoor minder trajecten voor individuele begeleiding uitgezet zouden worden bij de zorgaanbieders. Gemeten over 2019 eindigde 20,2% van de meldingen bij het Sociaal Team niet in een maatwerkvoorziening. Eind 2020 lag dit percentage op 26,4%. Hoewel de inzet van het Sociaal Team niet de enige oorzaak hiervan is, laat dit wel zien dat de extra inzet van het Sociaal Team op dit vlak zijn vruchten afwerpt.
- Werken volgens het principe 'één gezin-één plan'
Het werken vanuit de gedachte “één gezin–één plan” en één regisseur heeft onze continue aandacht. In 2020 hebben we extra aandacht besteed aan duidelijke afspraken over heldere casusregie. Dit om te voorkomen dat hulpverleners die bij één gezin betrokken zijn niet met elkaar samenwerken. Dit geven we o.a. vorm in de ondersteuningsteams (‘o-teams’) op de kindcentra en via de contactpersonen voor o.a. onderwijs, huisartsen en psychologen binnen het sociaal team.
- Versterking samenwerking tussen sociaal team en lokale partners
We hebben de samenwerking met onze lokale ketenpartners in 2020 verder versterkt. De spil daarbij is ons Sociaal Team. Lokale partners, zoals zorgaanbieders, huisartsen en het onderwijs zijn gekoppeld aan het Sociaal Team via vaste contactpersonen. Samen met hen kijken we steeds breed naar de hulpvraag, gezinssituatie en niet alleen naar een kind dat mogelijk zorg en ondersteuning nodig heeft.
- Uitgaan van de eigen kracht van de inwoner en zijn of haar netwerk
De eigen kracht van een inwoner en zijn/haar netwerk vormt altijd uitgangspunt voor het Sociaal Team. Overigens is de eigen kracht van onze inwoners in 2020 in het geding gekomen door de coronamaatregelen. De algemene voorzieningen, zoals dagopvang en inloopvoorzieningen zijn bijvoorbeeld gedeeltelijk gesloten geweest als gevolg van corona. Daardoor werd o.a. de eenzaamheid van inwoners vergroot, en zijn er meer maatwerkvoorzieningen afgegeven.
- We ondersteunen mantelzorgers
We wilden bereiken dat mantelzorgers in Beuningen beter worden ondersteund. Om aandacht te vragen voor de positie van mantelzorgers in de gemeente hebben we diverse activiteiten georganiseerd en informatie verspreid. In 2020 werd er vanwege Corona vaak nog meer beroep gedaan op het eigen netwerk en mantelzorg. Tegelijkertijd zagen we dat er door Corona ook meer terughoudendheid was om elkaar te (kunnen) helpen.
- Doorontwikkeling Sociaal Team
De doorontwikkeling van het Sociaal Team heeft betrekking op de periode 2019-2023. Fase 1 hebben we inmiddels afgerond. Tot nu toe is bereikt dat het Sociaal Team nog meer verbindingen heeft gelegd met belangrijke partijen binnen het Sociaal Domein en dat de expertise binnen het Sociaal Team is verbeterd, onder meer op het gebied van complexe scheidingen, veiligheidscasuïstiek en jeugd ggz.
- We hebben ons extra ingezet voor jeugdgroep-problematiek
In 2020 is er veel aandacht besteed aan de vernieuwing van het jongerenwerk in combinatie met straatcoaches om o.a. overlastgevende jeugdgroepen in Beuningen te voorkomen. Dit deden we o.a. via de straatcoaches bij stichting Perspectief. De straatcoaches maakten onderdeel uit van het reguliere jeugdgroepen overleg. Ook zijn er twee contactpersonen vanuit het Sociaal Team gekoppeld aan de straatcoaches.
- Pilot Jeugd GGZ
We zijn in 2020 doorgegaan met het project Kind en Gezin. Dit is een samenwerking met Beuningse Jeugd GGZ-praktijken Aalsterveld Psychologen en Psychologisch centrum Thujapark. Het project brengt een structurele samenwerking tot stand tussen de twee Jeugd GGZ-praktijken en het Sociaal Team van de gemeente. De pilotfase maakt inmiddels duidelijk dat door deze werkwijze de kinderen op de juiste plek terecht komen en gezien worden door het Sociaal Team. Door de intensievere samenwerking met het Sociaal Team raken de psychologen steeds meer op de hoogte van het voorliggende aanbod. Tenslotte is er ook meer ingezet op groepsondersteuning bijvoorbeeld een Girls Talk training voor kwetsbare meiden (in samenwerking met jongerenwerk).
- Beoogde maar niet gerealiseerde afname van dure jeugdhulp
De samenwerkingsvorm en netwerkgedachte, waar we in onze gemeente voor hebben gekozen, biedt naar onze overtuiging nog steeds een goede basis voor een goed resultaat. Maar ondanks onze inzet, zien we in 2020 (nog) niet de gewenste afbouw van intramurale zorg. We zien juist een stijging van duurdere vormen van jeugdhulp, zoals jeugd ggz en jeugdhulp met verblijf. De druk op de (boven)regionale voorzieningen is groot en zowel landelijk als regionaal zien we een toename van duurdere vormen van jeugdhulp. Als verblijf noodzakelijk is, gaan we voor een ‘zo thuis mogelijke’ oplossing, zoals kleinschalige woonvormen of een gezinshuis. Het blijft echter maatwerk met een open eind financiering. Als we een gezin met veel hulpbehoevende kinderen in onze gemeente krijgen, kunnen de kosten onverwacht enorm toenemen. Daarnaast is een belangrijke conclusie dat naast de toename van het aantal jeugdigen in verblijf de toenemende duur van het traject en achterblijvende uitstroom t.o.v. instroom bij ambulante jeugdhulp oorzaken zijn van de groeiende kosten voor jeugdhulp.
- Zorgen voor goede aansluiting tussen jeugdhulp en zorg binnen het onderwijs
In 2020 hebben we voor zowel het primair als voortgezet onderwijs geïnvesteerd in een nog stevigere samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulp. Dit heeft o.a. geresulteerd in de inzet van schoolcontactpersonen vanuit het Sociaal Team op de kindcentra, de ondersteuningsteams binnen de kindcentra en het uitwerken van verschillende pilots om de samenwerking m.b.t. zorg met het voortgezet onderwijs te verbeteren.
- Convenant Passend Onderwijs Primair Onderwijs
We zijn in 2020 gestart met het doorontwikkelen van de samenwerkingsafspraken op het gebied van Passend Onderwijs tussen het primair onderwijs, het samenwerkingsverband primair onderwijs en de gemeente. Dit heeft o.a. geresulteerd in een nieuw ondersteuningsplan primair onderwijs. In 2021 leggen we de hernieuwde afspraken vast in een samenwerkingsconvenant voor het primair onderwijs.
- St. Maartenschool
Voor de St. Maartenschool (speciaal basisonderwijs) hebben we in 2020 de gewijzigde financieringsvorm (capaciteitsfinanciering) voortgezet. Hierdoor zijn er minder verschillende zorgverleners op school aanwezig, en daardoor ervaren de leerlingen en het personeel op school meer rust. Ook de ouders van de leerlingen die onder de capaciteitsfinanciering vallen, geven aan tevreden te zijn. Ouders hoeven langs minder ‘loketten’, de aanvraag is eenvoudiger en de zorg is goed afgestemd met de school. Bovendien weten gemeenten ook waar ze aan toe zijn en hoeft het sociaal team geen apart onderzoek te doen en een indicatie af te geven voor de zorg voor de jeugdige.