Deze kengetallen maken inzichtelijk(er) hoeveel (financiële) ruimte de gemeente heeft om structurele en incidentele lasten te kunnen dekken of opvangen. Ze geven inzicht in de financiële weerbaar- en wendbaarheid van de gemeente Beuningen.
Kengetallen | Gelders gemiddelde* | Verloop van de kengetallen Beuningen | ||
---|---|---|---|---|
Rekening 2019 | Begroting 2020 | Rekening 2020 | ||
1. Netto schuldquote | 67% | 79% | 93% | 70% |
a. zonder correctie doorgeleende gelden. | ||||
b. met correctie doorgeleende gelden. | 59% | 70% | 91% | 63% |
2. Solvabiliteitsratio | 30% | 6,5% | 5,6% | 9,2% |
3. Grondexploitatie | 9% | 27% | 28% | 27% |
4. Structurele exploitatieruimte | 0,1% | 1,9% | 1,7% | 0,8% |
5. Belastingcapaciteit | 104% | 110% | 111% | 105% |
Kengetallen | Normen Provincie Gelderland** | |||
---|---|---|---|---|
Voldoende | Matig | Onvoldoende | ||
1. Netto schuldquote | a. zonder correctie doorgeleende gelden. | < 90% | 90 - 135% | > 135% |
b. met correctie doorgeleende gelden. | < 90% | 90 - 135% | > 135% | |
2. Solvabiliteitsratio | > 50% | 20 - 50% | < 20% | |
3. Grondexploitatie | < 20% | 20 - 35% | > 35% | |
4. Structurele exploitatieruimte | > 0% | 0% | < 0% | |
5. Belastingcapaciteit | < 95% | 95 - 105% | > 105% | |
* Begroting 2021 Gelderse gemeenten 2021 van de Provincie Gelderland. | ||||
** Signaleringswaarden stresstest voor 100.000+ gemeenten, Provincie Gelderland. |
Netto schuldqoute
Dit is de verhouding tussen het niveau van de schuldenlast tegenover de eigen middelen. In het verlengde hiervan hebben we ook de zogenoemde ‘Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen’. Bij deze specifieke quote kijken we naar het effect van door de gemeente verstrekte leningen op de schuldenlast van de gemeente. De netto schuldquote van een gemeente ligt meestal tussen de 0% en 90%. Bij een hogere netto schuldquote is de gemeenteschuld relatief hoog (oranje). Als de netto schuldquote boven de 130% uitkomt, dan bevindt de gemeente zich in de gevarenzone (rood). De genoemde percentages zijn grove vuistregels.
Onze netto schuldquote laat vanaf de jaarrekening 2018 een dalende lijn zien. Ditzelfde geldt voor het jaar 2020. De daling komt vooral door de reguliere aflossingen van de schulden.
Solvabiliteitsratio
Dit is de mate waarin de gemeente met eigen middelen aan haar financiële verplichtingen kan voldoen. We drukken dit uit in het percentage van het eigen vermogen tegenover het balanstotaal. Hoe hoger de solvabiliteitsratio, hoe groter de weerbaarheid van de gemeente. De solvabiliteitsratio 2020 is weliswaar iets verbeterd maar nog steeds onvoldoende. Dit blijft een aandachtspunt.
Grondexploitatie
Dit kengetal geeft aan hoe groot de grondpositie (de boekwaarde van de grond) is ten opzichte van de totale gemeentelijke baten. De boekwaarde van de voorraden grond moeten we meerjarig terugverdienen bij de verkoop. We hebben als gemeente veel middelen ingebracht in onze grondexploitaties. De gronden staan tegen een actuele waarde op de balans. Hoe hoger het percentage, hoe groter het risico dat we de boekwaarde van de grond niet kunnen terugverdienen.
In 2020 is het percentage gelijk gebleven ten opzicht van 2019. Bij de grondexploitatie kunnen we ook onverwacht te maken krijgen met tegenvallers. De stikstof- en Pfasproblematiek is hiervan een voorbeeld.
Structurele exploitatieruimte
Voor de beoordeling van de financiële positie is het ook van belang te kijken naar de structurele baten en structurele lasten. De belangrijkste structurele baten zijn de algemene uitkering uit het gemeentefonds en de opbrengsten uit de onroerende zaakbelasting (OZB). Dit kengetal geeft het verschil tussen de structurele baten en lasten ten opzichte van de totale baten. Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om structurele tegenvallers op te vangen of dat er nog ruimte is voor nieuw beleid.
Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht in de mate waarin we een financiële tegenvaller in het volgende begrotingsjaar kunnen opvangen door het verhogen van tarieven. Dit kengetal drukken we uit door de belastingdruk in onze gemeente af te zetten tegen de landelijke gemiddelde tarieven/ woonlasten (OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing). Zie ook de gegevens in de paragraaf Heffingen. Tegenover het landelijk gemiddelde in Nederland bedraagt de woonlastendruk 105%. Regionaal gezien sluit de gemiddelde woonlastendruk redelijk aan bij het landelijke gemiddelde.