Een aantal risico's is niet louter voorbehouden aan programma 3 - maatschappelijke ondersteuning, maar geldt evenzeer voor programma 2 - jeugd. Daarom wordt voor de risico's op het gebied van de gevolgen van de corona-uitbraak, de regionale samenwerking en de GGD Gelderland-Zuid verwezen naar het onderdeel risico's binnen programma 2.
Openeinderegeling
Een belangrijk risico binnen de Wmo is het karakter van een openeinderegeling. Op basis van de Wmo 2015 heeft de gemeente een ondersteuningsplicht, ongeacht de financiële ruimte. Gecombineerd met het feit dat de rechter uiteindelijk via uitspraken de kaders formuleert en de ruimte van de beleidsvrijheid begrenst, maakt dit een belangrijk inhoudelijk en financieel risico.
Gevolgen van de invoering van het abonnementstarief
Vanaf 1 januari 2019 geldt het abonnementstarief voor maatwerkvoorzieningen Wmo. Vanaf 2020 geldt dat ook voor algemene voorzieningen met een zogenoemde ‘duurzame hulpverleningsrelatie’. In 2020 hebben we gezien dat het abonnementstarief een aanzuigende werking heeft gehad. Vooral het aantal cliënten bij de hulp bij het huishouden is gestegen. De kosten voor enkele voorzieningen nemen door het abonnementstarief verder toe.
Situatie op de woningmarkt
In de dagelijkse praktijk merkt het Sociaal Team dat het aantal woonvoorzieningen toeneemt. Dit is een gevolg van enerzijds het langer thuis blijven wonen, maar ook van de situatie op de woningmarkt waardoor het aanbod aan geschikte woningen voor mensen met beperkingen de vraag niet bij kan houden. Door de afgenomen doorstroming binnen de woningmarkt, blijven inwoners langer wonen in een huis dat niet altijd meer passend is bij de intensiteit van de beperkingen.
Toename in kosten voor Wmo-voorzieningen
Een algemeen risico is dat de tarieven voor enkele producten aanzienlijk kunnen stijgen. Zo heeft in 2020 een tariefonderzoek plaatsgevonden naar tarieven voor (specialistische) begeleiding Wmo en hulp bij het huishouden. In de aanloop naar nieuwe contracten voor de hulp bij het huishouden dient ook in 2021 de tariefstelling daarvoor weer beoordeeld te worden en de verwachting is dat deze tarieven verder stijgen.
Bij enkele producten, zoals reguliere en specialistische begeleiding, zien we een toename, zowel qua aantal cliënten als qua intensiteit en duur van de ondersteuning. Dit leidt logischerwijs tot een stijging in uitgaven.
Als gevolg van de nieuwe contractafspraken, demografische ontwikkelingen en het overheidsbeleid om langer thuis te blijven wonen, nemen de komende jaren de kosten voor hulpmiddelen toe.
Doelgroepenvervoer
In de begroting 2020 is als risico de kostenontwikkeling binnen het doelgroepenvervoer via de BVO DRAN genoemd. In 2020 heeft dat risico zich echter niet voorgedaan, omdat als gevolg van de corona-uitbraak veel minder vervoer heeft plaatsgevonden dan oorspronkelijk begroot was. De verwachting is dat dit effect nog doorwerkt in 2021, maar meerjarig laat de begroting voor de BVO DRAN wel een toename in kosten zien. Dit is het gevolg van diverse ontwikkelingen, zoals ontwikkelingen binnen de taxibranche, de afbouw van de provinciale subsidie, maar ook factoren zoals de vergrijzing.